‘Ik ben de vroege, de late én de nachtdienst’

Dorienke Persoonlijk begeleider

Begeleidster heeft client, jong meisje, op schoot
Functie
(Persoonlijk) begeleider van kinderen en jongeren met een beperking

In de woning van Dorienke Klapwijk wonen vijf kinderen. Zij kunnen om uiteenlopende redenen niet meer thuis wonen en hebben een ontwikkelingsachterstand of een (lichte) verstandelijke beperking en vaak bijkomende problematiek. Bij Dorienke, die zelf geschoold is als verpleegkundige gehandicapten, vinden ze een warm en veilig thuis.

“Kinderen horen in een zo huiselijk mogelijke omgeving op te groeien. Woongroepen zijn volgens mij een allerlaatste optie; daar heb je te maken met verschillende diensten en wisseling van personeel. Ik ben altijd thuis bij de kinderen, ze wonen hier en kunnen 24/7 bij mij terecht. Daarnaast heb ik - via Profila Zorg - ondersteuning op administratief gebied en deskundigheid. Om de kinderen zo goed mogelijk te helpen en om mij te ondersteunen, heb ik vier mensen in dienst. 

Vrouw en kind op de rand van een bedstee
De huiselijke sfeer is belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen.

Hun eigen huis

Ik kom zelf uit een gezin met zes kinderen én mijn broer is verstandelijk beperkt. Ook hij kon niet in groepen wonen. Pas nu hij hier bij mij woont, in een aparte zorgwoning met eigen begeleiding, komt hij weer aan leven toe. Dat gun ik deze kinderen ook. Dit is ook hun huis en daar gedragen ze zich naar. Er woonde hier eens een kind met gedragsproblemen. Toen hij boos was, dreigde hij het raam stuk te gooien. ‘Het is ook jouw raam’, zei ik, ‘dan heb jij ook geen raam meer en krijg je het straks koud.’ ‘O ja, dat is waar’, dacht hij, en toen kwam hij weer op schoot zitten. De kinderen helpen met koken, in het weekend doen we gezellige dingen en ze gaan mee naar het trouwfeest van mijn ouders. Een normaal leven - dat is waar we naar streven. 

Constante factor

Er kwam hier een tijdje terug een kind wonen die jaren op een woongroep gezeten had. ‘Wie is er morgen?’, vroeg ze bij het naar bed brengen. Ik legde uit dat ik hier ook sliep. ‘O!’, zei ze na een tijdje. ‘Nu snap ik het, jij bent de vroege, de late én de nachtdienst.’ En zo is het!”