‘Mijn werk is altijd een ontdekkingstocht’

Robert Gedragswetenschapper

Man met geruite bloes met op de achtergrond een gebouw en persoon op een skelter
Functie
Gedragswetenschapper (psycholoog/orthopedagoog)

Als gedragswetenschapper werkt Robert op verschillende groepen met mensen met een verstandelijke beperking. Als iemand gedragsproblemen heeft, dan kijkt hij waarom de cliënt zich zo gedraagt en wat diegene nodig heeft om dat te kunnen veranderen.

“Veel van de bewoners laten geregeld probleemgedrag zien. Ik zoek dan uit waarom ze dat doen en wat we kunnen doen om daar verandering in te brengen. Dat kan ik niet alleen: ik werk altijd samen met andere professionals en familie van de cliënten. Het doel is dat begeleiders de juiste handvatten krijgen om hun werk goed te doen en dat de cliënten een zo mooi mogelijk leven hebben.

Knijpen

Op een van de groepen waar ik werk hebben we bijvoorbeeld een jongen die ontzettend veel kneep. Begeleiders hadden letterlijk wondjes op hun handen. We zijn gaan uitzoeken waarom hij dat deed, en ontdekten dat het zijn manier van communiceren was. Ik observeerde hem en zag dat als hij een begeleider kneep, die begeleider zei: o, je wilt zeker op de iPad? Hij kan niet praten, en dit was zijn manieren om duidelijk te maken wat hij wilde. We zijn toen op zoek gegaan naar een andere taal die we hem konden leren. Dat werden verwijzers: spullen die ergens voor staan. Als hij bijvoorbeeld koffie wil, dan pakt hij nu een beker op. En wil hij op de computer, dan laat hij ons een muismat zien. Dat werkte goed, hij stopte met knijpen en kon toch duidelijk maken wat hij wilde.

Man staat bij jonge man op skelter
Robert vindt het belangrijk om op de locaties te zijn en zelf ook in contact te zijn met de bewoners.

Kijken naar uitzonderingen

Mijn werk begint altijd met kijken naar uitzonderingen. Wat is er anders aan situaties waarin iemand geen probleemgedrag vertoont? Thomas, een jongen van 17 die hier woont en onder andere een verstandelijke beperking en autisme heeft, had bijvoorbeeld altijd strijd als hij moest stoppen met een spelletje op de telefoon. Maar als de tv werd uitgezet, dan ging dat wel goed. We zijn toen gaan kijken wat het verschil is tussen die twee: de tv bleek een duidelijk einde te hebben: de aftiteling. Dat begreep hij. Bij de telefoon had hij in zijn hoofd dat hij een bepaald aantal punten moest halen met een spelletje, maar de begeleiding gaf hem steeds een tijd waarop hij daarmee moest stoppen. Dat werkte niet in zijn hoofd. Omdat we dat wisten, konden we op een andere manier afspraken met hem maken. Nu levert het uitzetten van de telefoon geen problemen meer op.

Ontdekkingstocht

Wat ik mooi vind, is dat mijn werk altijd weer een ontdekkingstocht is. Wat laat een cliënt zien en waar heeft hij behoefte aan? In de hoofden van onze doelgroep werkt het heel anders dan in de hoofden van mensen zonder beperking. Een standaardbehandeling is er voor hen niet, dus dat is altijd puzzelen. Als het lukt om die puzzel op te lossen, dan heb ik echt de mooiste baan die er is. Je ziet dan dat de kwaliteit van leven van de cliënt verbetert: er zijn minder gedragsproblemen en meer genietmomenten.”